Eindejaarstips 2018
- door ELB Accountancy
- •
- 07 dec, 2018
- •
Vanaf 2020 wordt het inkomstenbelastingtarief voor dividend uit uw eigen bv verhoogd. Nu moet u nog 25% inkomstenbelasting betalen over het dividend, vanaf 2020 is dit tarief 26,25% en vanaf 2021 zelfs 26,9%. Bent u van plan om uzelf dividend uit te laten keren door uw bv? Dan kan het voordelig zijn om dat gedurende de komende twee jaar te doen.
Nu verlies nemen?
U heeft natuurlijk niet graag dat uw bv verlies lijdt. Toch kan het voordelig zijn om te beoordelen of uw bv in 2018 nog extra kosten moet maken. Het verlies dat uw bv daardoor in 2018 lijdt, is namelijk nog verrekenbaar met de winsten van de komende negen jaren. Verliezen die uw bv vanaf 2019 leidt zijn nog slechts verrekenbaar met de winsten van de komende zes jaren. Zo kan extra verlies dit jaar toch nog voordelig zijn.
Oplevering bedrijfspand
Bedrijfspanden die bij uw bv in eigen gebruik zijn, mogen vanaf 1 januari 2019 nog maar worden afgeschreven tot de WOZ-waarde. Tot nu toe mochten deze panden worden afgeschreven tot 50% van de WOZ-waarde. Voor bedrijfspanden die nu nog in aanbouw zijn, geldt dat als zij voor 1 januari 2019 in gebruik worden genomen, zij de komende drie jaar nog mogen worden afgeschreven tot maximaal 50% van de WOZ-waarde. Het kan dus voordelig zijn om het bedrijfspand nog dit jaar op te laten leveren.
Voordeel van de
btw-verhoging
Op 1 januari 2019 wordt het lage btw-tarief verhoogd van 6% naar 9%. Verricht u prestaties waarop het lage tarief van toepassing is? Dan moet u zorgen dat u vanaf 1 januari 9% btw in rekening brengt aan uw afnemers. Op facturen die u voor 1 januari 2019 verstuurt, mag u nog 6% btw in rekening brengen. Ook als uw klant de rekening in 2018 vooraf betaalt, mag u nog het oude tarief toepassen. Dat kan uw klant dus voordeel opleveren.
Eenvoudige aangifte voor digitale diensten
Verricht u digitale diensten aan buitenlandse particuliere afnemers? Maak dan vanaf 1 januari 2019 gebruik van de vereenvoudigde regeling voor digitale diensten. Bedraagt uw omzet aan buitenlandse particuliere afnemers binnen de EU minder dan € 10.000 per jaar, dan mag u Nederlandse btw in rekening brengen en afdragen in uw btw-aangifte. U hoeft dan niet per afzonderlijk land het daar geldende btw-tarief in rekening te brengen.
Afschaffing aftrek
onderhoudskosten monumentenwoning: plan uw uitgaven
Woont u in een monumentenwoning of heeft u er een? Let dan op, want u kunt in 2018 de onderhoudskosten hiervan voor 80% in aftrek brengen voor de inkomstenbelasting. De kosten moeten dan wel in 2018 betaald, verrekend of rentedragend worden. Let op: de kosten zijn alleen nog in 2018 aftrekbaar. Vanaf 2019 bestaat deze regeling namelijk definitief niet meer.
Aftrek scholingskosten: alleen nog in 2018 en 2019
Heeft u scholingskosten? Dan zijn deze mogelijk aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Belangrijk is dat de kosten zijn gemaakt voor het volgen van een opleiding of studie om inkomen uit werk te behalen. Er geldt een drempel voor de aftrek
(€ 250) maar ook een plafond. Waarschijnlijk wordt de aftrek van scholingskosten per 2020 afgeschaft. Betaal uw scholingskosten daarom nog in 2018, maar uiterlijk in 2019. Dan zijn deze misschien nog aftrekbaar. En maak deze zoveel mogelijk in één jaar, zodat u sneller over de aftrekdrempel heen gaat.
Koop pensioen in eigen beheer nog af in 2018
Heeft u pensioen in eigen beheer opgebouwd? Dan moet u uiterlijk in 2019 een keuze maken over de verdere afwikkeling daarvan. U heeft daarvoor drie mogelijkheden. Een van de mogelijkheden is om het pensioen in eigen beheer af te kopen. Kiest u in 2018 nog voor afkoop, dan is 25% van de uitkering onbelast. In 2019 is de afkoopkorting nog slechts 19,5%. Wilt u dus uw pensioen in eigen beheer afkopen, regel dat dan nog dit jaar.
Optimaliseer de investeringsaftrek
Wilt u voor uw onderneming een nieuwe investering doen? Bepaal dan of het voordeliger is om dat nog dit jaar te doen of juist te wachten tot volgend jaar. Dan kunt u optimaal gebruik maken van de investeringsaftrek en betaalt u minder belasting. De investeringsaftrek bestaat uit de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), de milieu-investeringsaftrek (MIA) voor milieuvriendelijke investeringen en de energie-investeringsaftrek (EIA) die kan worden toegepast als u energiezuinige investeringen doet.
Gaat het voor u om de EIA, dan moet u extra opletten. Op
Prinsjesdag 2018 is namelijk voorgesteld om de EIA per 2019 te verlagen van
54,5% naar 45%.
Verreken oude verliezen
Heeft u een onderneming die in het verleden verliezen heeft geleden? Dan zijn deze slechts gedurende negen jaar te verrekenen met toekomstige winsten. Dat betekent dat verliezen over 2009 niet meer kunnen worden verrekend na 2018. Let dus op dat u eventueel oude verliezen nog dit jaar verrekent.
Maak gebruik van de
jaarlijkse schenkingsvrijstellingen
Heeft u kinderen en wilt u hen iets schenken? Voor schenkingen aan kinderen geldt in 2018 een vrijstelling van € 5.365. Deze vrijstelling kan eenmalig worden verhoogd tot € 25.731. Voorwaarde is wel dat het kind tussen de 18 en 40 jaar oud is. De vrijstelling kan onder voorwaarden zelfs worden verhoogd tot € 100.800, maar dan moet het gaan om een schenking voor de eigen woning. Het toepassen van de jaarlijkse schenkingsvrijstellingen is een interessante manier om onbelast vermogen over te dragen aan uw kinderen. U kunt ook een schenking op papier doen.
Betaal de rente voor uw woning vooruit
Heeft u een eigen woning en betaalt u hier rente voor? Dan is de rente die u dit jaar betaalt, aftrekbaar van uw inkomen over 2018. Als u ook de rente voor de eerste zes maanden van 2019 vooruit betaalt, dan heeft dat verschillende voordelen. Zo is ook die rente in 2018 aftrekbaar. Verder is het maximale percentage voor aftrek in 2018 iets hoger dan in 2019. En ook staat het vooruitbetaalde bedrag op 1 januari 2019 niet meer op uw rekening, dus betaalt u daar geen belasting in box 3 over. Veel voordelen dus.
Check de mogelijkheden van de werkkostenregeling
U kunt als werkgever (maximaal) 1,2% van het totale fiscale loon (vrije ruimte) van al het personeel besteden aan vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen. Hierover hoeft geen belasting te worden betaald. Over het meerdere moet 80% eindheffing worden betaald. Er moet wel worden voldaan aan het gebruikelijkheidscriterium. Let op: de Belastingdienst kent een doelmatigheidsmarge. Gaat het om een bedrag van maximaal € 2.400 per persoon per jaar, dan wordt dit sowieso gezien als gebruikelijk.
Benut de vrije ruimte zo goed
mogelijk, want u kunt een overschot aan vrije ruimte niet doorschuiven naar een
volgend jaar.
Betaal uw premies voor
lijfrente op tijd
Heeft u een pensioentekort? Dan kunt u dat aanvullen met een lijfrente. Wilt u de premie voor uw lijfrente van 2018 ook in 2018 kunnen aftrekken? Dan moet u de premie nog dit jaar betalen. Gaat het om een lijfrente voor de staking van een onderneming? Dan heeft u iets meer tijd. Dan moet u de premie voor 1 juli 2019 betalen om deze nog in 2018 te kunnen aftrekken.
Betaal dividend uit in plaats van loon

De salderingsregeling houdt in dat de stroom die met zonnepanelen wordt opgewekt en teruggeleverd aan het net, wordt afgetrokken van het eigen energieverbruik. Dat geschiedt tegen een hoog tarief en is dus aantrekkelijk voor de eigenaar van de zonnepanelen. De salderingsregeling zou stoppen per 1 januari 2021 maar wordt nu verlengd tot 1 januari 2023.
Vanaf die datum
wordt de regeling geleidelijk afgebouwd. Dat wil zeggen dat het voordeel dat
huishoudens en bedrijven ontvangen op hun energiebelasting – in ruil voor het
terugleveren aan het net – elk jaar iets minder wordt. Uiteindelijk wordt dat
nihil en ontvangt de eigenaar vanaf 2031 alleen nog een vergoeding van de
energieleverancier voor de teruggeleverde zonnestroom.
De
terugverdientijd van een investering in zonnepanelen zal, ook door de dalende
prijzen van de panelen, ongeveer zeven jaar bedragen.
Voor de
investering kan eventueel een voordelige financiering bij het Nationaal
Energiebespaarfonds worden aangevraagd.
Begin dit jaar heeft het kabinet een internetconsultatie gehouden over het conceptwetsvoorstel ‘Wet transparantie maatschappelijke organisaties’.
Dit voorstel
verplicht goede doelen om donaties van € 15.000 of meer openbaar te maken,
inclusief een vermelding van de naam en woonplaats van de donateur. Het kabinet
wil namelijk voorkomen dat financiering van maatschappelijke organisaties
gepaard gaat met onwenselijke beïnvloeding en misbruik van bestaande vrijheden.
Invloed ‘kopen’ wordt met het voorstel tegengegaan.
Een tweede maatregel betreft de verplichting voor stichtingen om jaarlijks hun balans en staat van baten en lasten openbaar te maken. Blijkbaar is het eenvoudig om stichtingen te gebruiken voor financieel misbruik. Denk daarbij aan fiscale fraude, witwassen of faillissementsfraude. Verdere transparantie zou dit misbruik moeten voorkomen.
Veel goede doelen hebben al laten weten niet blij te zijn met de nu voorliggende plannen. Zo zijn ze bang dat het aantal grote donaties fors zal afnemen. Veel gulle gevers hechten nu eenmaal waarde aan hun privacy. Mogelijk komen er nog vrijstellingen, maar daar kan en mag op dit moment nog niet op gerekend worden.

In de brief wordt vooropgesteld dat ‘de bereidheid om te geven en daarbij gebruik te maken van de giftenaftrek, van grote betekenis is voor de filantropie in Nederland’. In het recente verleden was de giftenaftrek niet onomstreden. Want waarom zou de fiscus (en uiteindelijk dus wij allemaal) moeten meebetalen aan de vrijgevigheid van derden? Maar van dat standpunt lijkt men dus inmiddels teruggekomen. Bij de verbetering van de uitvoerbaarheid speelt de automatisering vanzelfsprekend een grote rol. Naast meer en betere uitwisseling van gegevens (hiervoor lopen inmiddels enkele pilots) kan daarbij gedacht worden aan ‘slimme schermen’. Wie in zijn aangifte IB aanspraak maakt op de giftenaftrek, zal een scherm te zien krijgen waarop de van toepassing zijnde instelling aangevinkt kan worden. Staat uw instelling er niet bij? Dan is het blijkbaar geen erkende ANBI en is aftrek niet mogelijk. Contante giften (denk aan de collectebus) zullen in de toekomst niet langer aftrekbaar zijn en ook giften in natura worden met argwaan bekeken. Controle is blijkbaar te arbeidsintensief. Daar staat tegenover dat het belang van gulle bedrijven nadrukkelijk wordt gezien. Bedrijven die iets willen doen voor het goede doel kunnen behalve geven ook sponsoren. Want ook dat biedt ruime fiscale mogelijkheden.
Met ingang van 1 januari 2020 vervalt de kleine ondernemersregeling in de
btw en wordt deze opgevolgd door een omzetgerelateerde vrijstelling.
De hoogte van de vrijstelling bedraagt nu nog € 20.000, maar er is inmiddels goedkeuring vanuit Europa om deze grens te verhogen naar € 25.000 per jaar. De omzetgerelateerde vrijstelling is een regeling die op verzoek mag worden toegepast en dit verzoek moet tijdig worden gedaan. Ondernemers die van de regeling gebruik willen maken, kunnen dit verzoek vanaf 1 juni 2019 al indienen bij de Belastingdienst. Het verzoek moet uiterlijk 20 november 2019 zijn gedaan. De nieuwe regeling geldt, in tegenstelling tot de kleine ondernemersregeling, ook voor rechtspersonen zoals stichtingen, verenigingen en kleine bv’s.

In die wereld gaat er met enige regelmaat het nodige fout. Die schandalen zijn er de oorzaak van geweest dat het wettelijk regime voor stichtingen en verenigingen strenger gaat worden. Kort gezegd komt het erop neer dat de waarborgen die we kennen voor de nv en bv ook zullen gaan gelden voor de stichting en de vereniging. De datum van inwerkingtreding van deze plannen is nog niet bekend, maar heel lang zal het allemaal niet meer gaan duren. Voor stichtings- en verenigingsbesturen kan het daarom geen kwaad om tijdig op de komende wetswijziging voor te sorteren. Zo zal er voor de bestuurders (en toezichthouders) een belet- en ontstentenisregeling moeten komen en ook een regeling voor wat rechtens is in geval van een tegenstrijdig belang. En bedenk dat betaalde bestuurders van niet commerciële stichtingen en verenigingen gewoon aansprakelijk gesteld kunnen worden. Werk aan de winkel dus voor het bestuur!

Nee, maakt u zich vooral geen zorgen als u het niet meer snapt. Want het valt eigenlijk niet meer te snappen en het valt eigenlijk ook niet meer uit te leggen. Dat lijkt ook het geval voor degenen die de Brexit-onderhandelingen voeren.
De aanvankelijke datum van 29 maart 2019 is nu weer verschoven naar (uiterlijk) 31 oktober 2019. Dat is toevalligerwijze Halloween, dus de Britse krantenkoppen lieten zich raden; ‘May’s Halloween Horror’ kopte de Daily Mail. Een extra complicatie zijn de Europese Parlementsverkiezingen. Als er niet heel snel een akkoord komt, moeten de Britten daaraan meedoen. En dat willen ze liever niet.
Besef daarom dat
een Brexit zonder nadere afspraken nog steeds een zeer reële mogelijkheid is!
De overheid vraagt ondernemers nog steeds (en terecht) om zich goed op de
komende Brexit voor te bereiden. De vraag is echter waarop men zich nu precies
moet voorbereiden. Want alles kan zomaar anders zijn! Het beste advies is dan
ook om de sites van de Rijksoverheid nauwlettend in de gaten te houden.
Meer informatie
kan onder meer gevonden worden op www.brexitloket.nl
en www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/brexit.
Op
brexitloket.nl kunnen ondernemers ook de Brexit Impact Scan doen.
In Europees verband is eindelijk besloten om elektronische uitgaven (e-books e.d.) met ingang van 1 januari 2020 onder het verlaagde omzetbelastingtarief te laten vallen. Het btw-tarief zal dan gelijk zijn aan het tarief op normale boeken. Dit Europese besluit moet echter nog in de Nederlandse wet worden opgenomen. Hiervoor is in april een wetsvoorstel gepubliceerd, waarop belanghebbenden tot 16 mei 2019 hebben kunnen reageren. Het lage tarief gaat gelden voor alle elektronische uitgaven, zoals boeken, kranten, tijdschriften en andere periodieken die tenminste driemaal per jaar verschijnen.

Die analyse moet, samen met de uitkomsten van al lopende trajecten (denk aan het onderzoek naar belasting op bezittingen in box 3), bouwstenen opleveren voor een beter belastingstelsel.
Alle onderzoeken stellen de vraag of de huidige belastingen en heffingen nog steeds bijdragen aan de kwaliteit van onze samenleving en daarnaast wat er beter kan. Hoe is de belastingdruk verdeeld over verschillende groepen in de samenleving, zoals tweeverdieners, eenverdieners en grote en kleine bedrijven? Maar daarnaast richten de verschillende onderzoeken zich ook ieder op specifieke vraagstukken. Zo richt één onderzoek zich op het effect van de opkomst van de deel- en kluseconomie op onze belastingen en een ander op het effect van de klimaattransitie op belastingen.
Samengevat betreft het de volgende onderzoeken:
- toekomstbestendige belastingmix met een eerlijke verdeling van de belastingdruk;
- het belasten van inkomsten uit digitale platforms;
- het belasten van inkomens van directeuren-grootaandeelhouders;
- de toekomst van de vennootschapsbelasting;
- milieubelastingen en grondslagerosie;
- vereenvoudiging van de uitvoering door de Belastingdienst.
Bij de
onderzoeken zal het ministerie wetenschappers van verschillende disciplines,
maatschappelijke organisaties en uitvoerders betrekken.

UBO (ultimate beneficial owner) staat voor de uiteindelijk belanghebbende. Inmiddels is het wetsvoorstel om dit UBO-register te implementeren ingediend.
In het
UBO-register moeten ondernemingen en rechtspersonen hun (in)directe eigenaren
gaan registreren. Daarmee moet het publiekelijk bekend zijn wie de
uiteindelijke eigenaar is van een onderneming of wie de uiteindelijke
zeggenschap daarin heeft. De UBO is zelf wettelijk verplicht om de benodigde
informatie te verschaffen aan de onderneming/rechtspersoon.
Het UBO-register
wordt geïntegreerd in het Handelsregister en de Kamer van Koophandel zal het
register beheren. De volgende zes gegevens van de UBO worden dan openbaar en
dus (weliswaar tegen betaling) voor eenieder zichtbaar: naam, geboortemaand,
-geboortejaar, woonstaat, nationaliteit en de aard en omvang van het door de
UBO gehouden economische belang. Daarnaast zijn er gegevens die alleen
toegankelijk zijn voor de autoriteiten, zoals geboortedag, -plaats en -land,
adres en het Burgerservicenummer (BSN).
Eenmanszaken,
publiekrechtelijke rechtspersonen, verenigingen zonder volledige
rechtsbevoegdheid die geen onderneming drijven, verenigingen van eigenaars,
kerkgenootschappen en een klein aantal historische rechtspersonen zijn
vrijgesteld van de registratieplicht.
Veel aanpassingen
in het wetsvoorstel zijn niet te verwachten aangezien de verplichtingen
voortvloeien uit Europese richtlijnen. In de loop van dit jaar zal duidelijker
worden hoe u aan de registratieplicht kunt voldoen.
Via de zogenaamde middelingsregeling kunt u belastinggeld terugkrijgen bij sterk wisselende inkomsten uit werk en woning. Uit onderzoek is gebleken dat slechts 15% van degenen die gebruik kunnen maken van de regeling, dat ook daadwerkelijk doet. 85% laat dus geld liggen.
Hoe werkt de
middelings-regeling?
Bij middeling telt u de inkomens uit werk en woning van drie aaneengesloten jaren bij elkaar op. De uitkomst daarvan deelt u door drie. Vervolgens berekent u over dit gemiddelde inkomen opnieuw de verschuldigde belasting per jaar. Is het totaal van deze nieuwe belastingbedragen lager dan de oude, daadwerkelijk betaalde, belastingbedragen? En is het verschil meer dan € 545? Dan heeft u recht op een teruggave voor het meerdere. U moet uw verzoek om middeling wel doen binnen 36 maanden nadat de aanslagen van alle drie de jaren waarover u wilt middelen, onherroepelijk vaststaan.
Toekomst onzeker
De toekomst van de middelingsregeling is onzeker. Staatssecretaris Snel heeft immers al aangegeven dat de regeling mogelijk wordt afgeschaft met het oog op het geringe gebruik en de invoering van het twee-schijvenstelsel (definitief per 2021). Vooralsnog doet u er goed aan om in voorkomende gevallen tijdig een middelingsverzoek te doen.